De olijke vijf vliegt uit

Het zou een naam van een kinderboek uit mijn kindertijd kunnen zijn. Je had toen ‘De vijf’ en ‘De olijke tweeling’, uit de oude doos… Het beschrijft wel wat hier de laatste dagen is gebeurd: de eerste drie pups zijn uitgevlogen. Het kost me moeite om hierover een blog te schrijven, het lastigste deel uit het hele avontuur brengt tranen in mijn ogen. Vandaar dat het ook even geduurd heeft… We wilden in eerste instantie de pups vanaf zeven weken op laten halen door de nieuwe eigenaren, maar door het ongelukje van Mukwano hebben we dat een week uitgesteld naar acht. Hiermee had hij de tijd om volledig te herstellen in de aanwezigheid van zijn broers en zussen. En wij de tijd om ons nog meer te hechten aan die lieve snoetjes…

De laatste week werden we getrakteerd op een rondje buikgriep bij de pups. Of het nu door stress bij de pups kwam of dat iemand een virusje heeft meegenomen, vanaf zondagavond gingen ze aan de race… En natuurlijk in toerbeurt, dus tot het weekend was het hier een vieze boel.

In het weekend hebben we alle hondjes geswapt – een DNA monster van het wangvlies – zodat we straks weten hoe het met de genetische diversiteit van de hondjes gesteld is. Belangrijk voor onze populatie Saarlooswolfhonden. De pups zagen er het belang niet meteen van in: drie keer met een borsteltje 15 seconden heen en weer over de wang is niet lollig. Lekker tegenstribbelen en gillen en dan hopen dat mama komt. Die stond zenuwachtig op een afstandje te kijken, we hadden er natuurlijk voor gezorgd dat ze geen troost kon bieden….

opvoedsessie Souris

Verder zijn we natuurlijk druk geweest met de pupjes klaarmaken voor de grote transities. Wandelen aan de lijn, mee naar het speelplein met kinderen, fietsjes, kinderwagens, voetballers en heel veel handjes en handen die graag wilden aaien. Een deel van de pups frank en vrij, een deel eerst even van een afstandje kijken om daarna te doen alsof er niets aan de hand was. Prachtig, die veerkracht! En alsmaar bevestiging en veiligheid zoeken. En krijgen natuurlijk.

En toen waren de dagen van samenzijn zomaar voorbij. Woensdag werden Taiwo (vanaf nu Fender) en Mukwano gehaald. De kinderen wilden er graag bij zijn om afscheid te nemen van hun vriendjes, dus werden ze in de middag gehaald. Ope kon alleen maar huilen – voordat de mensen er waren en ook toen ze eenmaal binnenkwamen – dikke tranen van verdriet. Dat ze nu nog niet weg mochten, veel te klein waren, dat zij ze wilde knuffelen, … En Jacob zat stilletjes in de studeerhoek te tekenen, wachtend op het grote afscheid.

nog even samen om afscheid te nemen

Tja, en hoe doe je dat dan. De pups moeten even wennen aan de nieuwe eigenaren, het liefst even in de eigen omgeving. Dus samen in de keuken een kop koffie drinken terwijl de twee nietsvermoedend door de keuken hobbelen. Er moeten contracten getekend, en een overdrachtsformulier van de Raad van Beheer. Er is een boekwerk met wat wel en wat niet te doen de komende tijd met de pups, kopieën van alle officiële documenten van Souris en Raven, alles lopen we samen door. En dan natuurlijk nog de primatour, zodat ze niet kwijlend en kotsend de eerste echte autoreis ondergaan. Je kunt geluk hebben met Saarlozen, dat die misselijkheid tijdens autoritten meevalt, ik ken alleen helaas te veel voorbeelden waarbij dat niet het geval is. ‘Better safe than sorry’ zullen we maar zeggen.

nog een laatste foto met Souris

En dan komt daar het onvermijdelijke afscheid. Op woensdag gaan de eerste twee. Het overdragen van een kind van Souris, waarin zij al haar ziel en zaligheid heeft gelegd. En wij ook. Terwijl ik dit nu schrijf, zit ik weer met tranen. En komt daar mijn Souris om me te troosten. Het is moeilijk om de verantwoordelijkheid over te dragen, ondanks dat we heel erg zorgvuldig zijn geweest in het uitkiezen van de nieuwe eigenaren. Dat is het niet, dat ik er geen vertrouwen in heb. En toch zijn er de zorgen. Of het allemaal wel goed zal gaan. En nog een keer zeggen ‘Als er wat is, bellen, appen, nooit een probleem’. Taiwo gaat als eerste: afscheid van Souris, knuffel van de kinderen, knuffel van mij en Marco. Ik kan het niet opbrengen hem te zien wegrijden, Souris’ eerstgeboren kind, dus Marco laat de nieuwe eigenaren uit. Mukwano, ons zorgenkind, draag ik zelf naar de auto. Na heel veel lieve woordjes, knuffeltjes, … zet ik hem bij de nieuwe eigenaar op schoot. Souris kijkt toe, samen met Marco. Zij lijkt er vrede mee te hebben. En mijn tranen biggelen over mijn wangen. En tegelijkertijd zie ik blije gezichten van nieuwe eigenaren, en dat is mooi! Maar ook een beetje ongemakkelijk, zij zien ons verdriet. Het verdriet is wel anders als wanneer er een dier uit ons gezin overlijdt: ik weet dat de pups een mooi leven tegemoet gaan dat niet eindigt op het moment dat ze bij ons uitvliegen. En dat ik ze dan zomaar weer eens terug kan zien. Dat is een troostende gedachte.

Op zondag volgt onze Kehinde (vanaf nu Indy). Mijn zachte meisje. Met haar lieve blik. Natuurlijk weer hetzelfde ritueel, rustig de tijd nemen om te wennen om vervolgens bij ons weg te gaan. Nu zie ik een pupje vechtend in de auto om vooral niet mee te hoeven. Ik denk terug aan toen we Louve gingen halen. Ook zij vocht en gaf zich na een minuut of tien over. Niet omdat ze er vertrouwen in had, maar omdat ze zich afsloot van wat er om haar heen gebeurde. Om vervolgens thuis langzaamaan te ontdooien en zich vast te houden aan dat wat op dat moment het meest vertrouwd voelt. Ik weet dat Kehinde dat ook gaat doen, zich zal overgeven aan de nieuwe omgeving en het daar ook goed gaat krijgen, en ik voel me een slechte moeder om haar zomaar uit haar vertrouwde omgeving weg te geven. Ik weet ook dat het nu moet, ze kan niet blijven, en voor haar is het tijd om zich aan andere mensen te hechten.

Want dat zien we ook, het is tijd om te gaan. We leren veel van dit eerste nest. Het hechten begint zo bij vijf weken. De pups begroeten je dan uitbundig, zoeken lichamelijk contact, vragen om bevestiging, hebben je bescherming nodig. Ze staan open voor de wereld, zonder angst, zonder terughoudendheid, en gedurende de dagen die volgen zie je steeds meer hechting en zie je dat je steeds meer nodig bent om die wereld te verkennen. Het Saarlozen karakter komt meer naar voren en dat is er één van voorzichtigheid, de kat uit de boom kijken, dichtbij dat wat veilig is willen blijven. We hebben bewust gekozen voor de acht weken, een volgend nest gaat – wanneer er geen ongelukjes gebeuren – vanaf zeven weken weg. Het afscheid voor ons komt toch, of het nu zeven of acht weken is, dat blijft even zwaar. Voor de pups is het fijn om zo jong mogelijk in hun nieuwe huis bij hun nieuwe gezin te wonen: zij stappen nieuwe situaties dan nog gemakkelijk in. En dat wordt lastiger naarmate ze ouder worden.

lieve tante Biche

En zo zijn er nu nog twee pups bij ons. Die worden pas gehaald met elf weken. Omdat er al vakanties waren gepland. Dat kan zo gaan. We gaan er een volgende keer wel anders mee om, gaan daar meer grenzen in aangeven. Omdat het voor de pups nog moeilijker wordt om hun nest hier te verlaten. Ze gaan nu mee in ons gezin, met onze regels en die van de volwassen honden – waarbij ook de rol van Souris aan het veranderen is: van tolerante moeder die alles goed vindt naar een moeder die opvoedt met kleine correcties als het nodig is –, met onze opvoeding – en geloof me, die nemen we serieus en kost hiermee veel tijd –, met onze bescherming. En dat gaat na elf weken allemaal anders zijn. Het is als onze kinderen die niet bij ons zijn geboren: een knip in hun hechtingsproces. En geloof me als ervaringsdeskundige, het kost veel tijd, aandacht en energie om in de nieuwe situatie deze veiligheid en geborgenheid te bieden en als kind – en straks ook als pup – te voelen. Het goede nieuws is dat dit bij onze kinderen prima is gelukt. En zij hadden een heel slechte start. Dat hebben deze pups in ieder geval niet gehad.

Advertentie

Medische perikelen

Om gezond groot te worden heb je als pup als eerste natuurlijk je moeder nodig: zij stelt genereus haar baarmoeder ter beschikking en zij voedt de pups met heerlijke melk, vol goede voeding en niet in de laatste plaats vol bescherming tegen gevaren die van buitenaf op de loer liggen. Jammer is wel dat er  via die baarmoeder en moedermelk ook vervelende parasieten binnen kunnen komen: wormen in rust worden tijdens de dracht ‘wakker’ en bewegen zich dan richting baarmoeder en melkklieren met als doel hun leven in de pups voort te zetten. Hoe mooi zit dat weer in elkaar, moeder natuur heeft er weer goed over nagedacht. Alleen voor de pups natuurlijk niet heel fijn om vol wormen te zitten. Dus ontwormen maar. En welk middel kies je dan? Onze dierenarts is enthousiast over een ontwormingskuur in de vorm van een pasta: je geeft je pup naar gewicht een hoeveelheid die nodig is en hiermee over-doseer je niet.  Het zou wel een gesmeer zijn, pasta in de bekjes van de pups: gemakkelijk om uit te kwijlen, lastig om de bekjes lang genoeg open te houden,  iedereen kan zich er een voorstelling van maken. Dus, met zijn tweeën, op alles voorbereid, gingen we aan de slag. Marco hield de pups vast, ik deed het bekje open, pasta achter op de tong en weg was het. Beginnersgeluk met het eerste pupje dachten we nog. Ook de andere pups gaven geen problemen, rustig zaten ze op de arm, wachtend op wat komen gaat. En dat werd, gelukkig, niet anders bij de kuurtjes die volgden. Wat zijn ze toch voorbeeldig, onze hartendiefjes!

hartendiefje

Dan heb je natuurlijk ook nog het inenten, wat veelal gedaan wordt op 6, 9 en 12 weken. Op de fokkerscursus van de AVLS hadden we van Marjoleine Roosendaal geleerd dat enten eigenlijk niet zinvol is wanneer de afweerstoffen die de pups via de moedermelk krijgen, de maternale afweerstoffen, nog voldoende bij de pup aanwezig zijn. Logisch eigenlijk, want het idee van de afweerstoffen van moeders is dat ze de pups beschermen tegen ziektes van buitenaf. Dus die enting, waarbij de ziekteverwekkers in verzwakte vorm worden ingespoten, hebben bij voldoende bescherming van moeders niet de werking die je graag wilt: de ziekteverwekkers worden door de maternale afweerstoffen weggevangen en het immuunsysteem van het pupje wordt niet getriggerd om zelf aan de slag te gaan. Met als gevolg dat het pupje zelf geen bescherming opbouwt. En je dus voor niets hebt geënt. En we horen natuurlijk steeds vaker dat er ook best risico’s kleven aan een enting. Gek dat we ons dat nu pas bedenken denk ik dan altijd maar. Nou eigenlijk niet zo gek, er is nog maar een paar jaar een test op de markt die een check kan doen op de aanwezigheid van antistoffen – titeren genoemd. We doen die check al die jaren al bij onze honden (en katten): zo is Souris voor het laatst geënt toen ze één jaar oud was, daarna wezen de testen altijd uit dat een enting niet nodig was.

lekker op schoot bij de dierenarts

Ook bij pups kun je een dergelijke test doen: in het bloed van de pup wordt er gekeken naar de aanwezigheid van afweerstoffen, die bij een pup alleen maar afkomstig kunnen zijn van moeders. En dat hebben we natuurlijk gedaan. Een hele onderneming, want met vijf pups in één keer naar de dierenarts vraagt om een autorit en dat is met een nest Saarlozen geen sinecure. In een hokje is niet heel handig: de pups zouden maar in paniek raken en dan is er geen troostende hand in de buurt. In navolging op wat we net bij Marianne hadden gezien ben ik met de pups in de kofferbak van de auto gekropen. Gezellig kropen ze tegen me aan. Een kluwen pups, beetje hijgen, ook al was het maar vijf minuten. Gelukkig zonder overgeven of kwijlen, het eerste autoritje zat er op.

ze waren echt met zijn vijven, eentje is er fotoschuw

Bij de dierenarts binnen trippelden ze gezellig rond. Louve was mee als oude tante, die hadden ze helemaal niet nodig! Nergens om bang voor te zijn. En natuurlijk stalen ze de harten van de assistentes: wat een plaatjes zijn het. Bloed afnemen deed onze dierenarts uit een ader in de nek, dat ging eigenlijk ook vlekkeloos. Een klein piepje wanneer de naald het bloedvat in schoof, daar bleef het bij.

even een beetje spannend…

Omdat het druk was op de praktijk en het tegen het einde van de dag liep, zijn we met de pups weer naar huis gegaan. Om de volgende dag de boodschap te krijgen dat de pups nog voldoende bescherming van moeders hadden en dus niet geënt hoefden te worden. Fijn, we zijn er blij  om. Over drie weken wordt er weer opnieuw gekeken.

Louve was natuurlijk niet voor niets mee: wat de baas doet is ok, toch?

Kleine puppy’s worden groot (2)

Als gedragstherapeut voor honden ben ik natuurlijk opgeleid met ‘socialiseren van de pup begint al bij de fokker’. Tot nu toe kregen we een pup van al een aantal weken oud en gingen we als nieuwbakken hondenouders druk aan de slag. Nu staan we aan de andere kant: we begeleiden de pups zo goed mogelijk in hun prille socialisatie periode om ze vervolgens aan hun eigenaren over te dragen die dan de rest mogen doen. En wat doe je dan al zoal met een Saarloospup? Wat doe je binnenshuis en welke stappen zet je al buitenshuis? En doe je dit dan per pup of doe je dit met alle pups tegelijk? Zoveel mensen, zoveel meningen vrees ik, en dus kiezen we onze eigen weg. Natuurlijk met de kennis die we zelf hebben, en met de kennis van mensen om ons heen. Zo dicht mogelijk bij onszelf blijvend, het beste combinerend uit verschillende werelden. Dat was ook wat ik altijd antwoordde wanneer een gedragstherapeut in opleiding mij tijdens de lessen die ik gaf vroeg wat ik van hondengoeroe A of hondengoeroe B vond. En dat bevalt ons nu best.

samen met Marco, Kehinde en Taiwo

Binnenshuis doen onze pups zoveel mogelijk mee met het dagelijkse leven: we hebben de keuken nu afgezet, zodat ze rond kunnen lopen terwijl wij aan het koken, afwassen of eten zijn. Een veilig idee, dan hoeven we ze niet de hele tijd in de gaten te houden, omdat er in de keuken vanaf de grond niet te veel af te breken is. Natuurlijk is er een stoffer en blik, waarbij vooral de stoffer erg in trek is: daarmee kun je ‘touwtrekken’, want alle pups willen de stoffer nu eenmaal graag, en wanneer je het spelletje gewonnen hebt, kun je er parmantig mee rondlopen. Wel wat lastig, omdat je tussen de poten van de stoelen heen moet, maar toch. Gewoon aan de anderen laten zien wat voor een geweldige prooi je te pakken hebt, gewoon om je eigen prestaties te vieren… En dan zijn daar natuurlijk altijd theedoeken die je van het aanrecht kunt trekken, je kunt lekker in de kuiten van de mensenouders en -kinderen bijten, aan hun kleren trekken, aan elkaars staart trekken, oog in oog komen te staan met de huistijgers, kortom, de hele tijd genoeg te doen. Komt daar weer een in de microfoon zingend kind langs, je kijkt er niet anders van. Nee, interessant juist. Trekt de mensenvader de luxaflex hard omhoog, even op het kontje zitten om te kijken wat er nu weer gebeurt. De keuken is één groot feest!

ik heb hem, nog net….

En dan heb je de woonkamer, ook geweldig. Er ligt een tunnel, die was eerst een beetje eng, maar nu heel leuk om heen en weer in te rennen, het liefst tegelijkertijd met meer pups en dan ook nog graag een pup van buitenaf er graag bovenop, zodat de tunnel lekker beweegt en in deukt. Of die gekke huistijger, die doet ook graag mee. Dan is er kinderspeelgoed, vooral de auto’s zijn leuk. Eerst wel spannend, ze zijn groot en maken veel lawaai wanneer ze over de vloer rijden, nu is dat ook helemaal niet eng meer en springen we er graag tegelijkertijd bovenop. De woonkamer is top, want er is natuurlijk veel meer te beleven. Er hangt een rek met wasgoed, daar kun je in gaan hangen, er zijn banken en stoelen, daar kun je onder liggen en als Biche dan langskomt, dan tik je haar lekker aan. Zij kan er niet onder, jammer dan! Er liggen tassen, daar kun je op knagen, maar dan komt er wel een mensenmoeder aan die zegt dat dat niet mag. Die zit ons de hele tijd op de huid trouwens, dat is wel jammer met al ons kattenkwaad.

samen in de tunnel is top

Buiten is een stuk van de achtertuin afgezet. Daar hebben we een stukje tegels en een stukje zand. Leuk om in het zand te graven en op de blaadjes en stokjes te kauwen die we daar tegenkomen. Er ligt ook een grote, harde steen, daar kun je lekker op knauwen. En dan legt de mensenmoeder er weer een stok in of een gieter of gaat ze bezemen. In het begin allemaal nieuw: we moeten even wennen, kijken eventjes of het echt niet gevaarlijk is en gaan dan op ontdekkingstocht er vol tegenaan. Er zijn ook veel nieuwe geluiden: mensen van andere huizen, vogels, iemand die piano speelt, vliegtuigen, een brommer in de verte. We kijken bij alles even op, om daarna weer verder te gaan met waar we mee bezig waren. En het leukste was, toen het heel warm was, dat ons mensenkind ons nat maakte met de gieter: dat is leuk, water dat in een straal van bovenkomt. Een heerlijk modderbad, we waren te vies om op te pakken…

buiten is altijd wat te zien

We gaan ook met zijn tweeën met de mensenvader en -moeder naar buiten, op de arm, om de buurt te verkennen. We gaan al steeds verder en het laatste stukje lopen we dan achter hun aan zelf naar huis. Dat doen we alleen wanneer we ons ontspannen genoeg voelen, anders blijven we lekker bij ze op de arm. We zijn ook naar het gras geweest, dat is best gek aan je pootjes. Daar waren ook kinderen aan het voetballen, we hebben lekker gekeken, terwijl we dicht tegen onze mensenouders aanzaten. Veilig en hierdoor toch ook stiekem leuk.

op een groot veld veilig de wereld verkennen

En zo merken wij aan onze pups dat ze ons als veilige haven zien en dat er van daaruit, met onze steun, veel te ontdekken valt. En die steun bieden we ze, zoveel we kunnen. Vanuit een veilige hechting leer je, als mensenkind en als pup, dat weten we vanuit ons gezin maar al te goed. En zo zien we dat onze pups van nieuwe dingen best wel even kunnen schrikken om vervolgens snel te herstellen en weer op onderzoek uit te gaan. We zijn zo trots op ze, onze lieve, kleine kinderen van Souris. En Raven natuurlijk…

Kleine puppy’s worden groot (1)

De dagen rijgen zich aaneen, de pups ontwikkelen zich: eerst totaal afhankelijk van de zorg van Souris, nu steeds meer de wereld samen en zelf ontdekken. Het slapen wordt steeds minder, het spelen steeds meer. Het liefste buiten de puppyren met Biche en met ons. Met grote ogen staan ze ons smachtend en kwispelend aan te kijken met maar één vraag: mag ik eruit? Ja, en natuurlijk mag dat, heel vaak. Spelen in de tunnel, rondlopen met speelgoed van de kinderen, hangen in het wasgoed, kauwen op de poten van de stoel… rakkers en echt onder de indruk zijn ze niet wanneer ik zeg dat dat niet mag! Waar ik in het begin nog lekker thuis aan het werk was, ben ik nu de hele dag met de pups bezig. Super leuk, ik geniet met volle teugen, ook al betekent het ook met regelmaat de puppyren dweilen…

verzorgen kan Biche ook: wat doe jij nou?

En dat doe ik niet alleen, ook Marco en de kinderen brengen veel tijd met de pups door. Opeyemi kan uren achtereen bij de pups in de ren zitten en vertelt ze hele verhalen. Zo herkenbaar, dat deed ik vroeger ook met mijn huisdieren. Ontroerend om te zien. En Jacob kan heerlijk tussen de pups in gaan liggen, die dan natuurlijk allemaal over hem heen kruipen. Kleine lijfjes tegen Jacob aan. Aan het einde van de dag, wanneer de kinderen slapen, de volwassen honden zijn uit geweest en de katten zijn verzorgd, dan pakken Marco en ik ons moment met de pups samen. Heerlijke, wollige lijfjes dartelen dan om ons heen. Open, baldadig, ondeugend en als ze dan ergens van schrikken, dan komen ze in volle vaart aangerend om steun te zoeken bij elkaar of bij ons. Mooi!

Spelen in de kamer, er is altijd wat te doen!

En dan is er drie keer per dag een maaltijd, met ongeveer 4 tot 5 uur ertussen. Onderhand met zes weken een kleine driehonderd gram vlees per dag. Alle pupjes, één voor één. In een vaste volgorde, zoals ze op de wereld kwamen: Taiwo, Kehinde, Buzira, Mukwano en als laatste Arewa. Eerst eten afwegen, beetje vochtig maken met water, op een bordje of schaaltje een maaltijd voor de pup afwegen, bordje op tafel, puppy uit bench, aanvallen en binnen een paar tellen bordje leeg. Daar kan menige peuter wat van leren. Terug in de bench, nieuw bordje klaarmaken en dan de volgende pup. Ik kijk met verbazing naar hun gulzigheid, helemaal toen ik via een facebookgroep voor ervaren en minder ervaren fokkers een filmpje kreeg te zien van labrador pups: wat een tijd werd er in dit nest voor eten genomen… We kiezen bewust elke keer een ander schaaltje waaruit we voeren: van plastic, van steen, van metaal. Kleine leermomenten, zomaar gedurende de dag. En aan het einde van de rit mogen de pups de grote metalen bak waarin het voer is  gemaakt uitlikken. Ik laat de bak expres op de grond vallen met veel lawaai, dank voor de tip Gerard, ze kijken er niet anders meer van.

nu al sjouwen met het speelgoed van de kinderen

Hoe anders is dat nu met het stofzuigen. Vanaf het begin stofzuigen we iedere dag ons huis en gaan we met de stofzuiger ook de puppyren in. Tot vier dagen geleden geen probleem. En zonder dat er iets is voorgevallen kropen de vijf pups vier dagen geleden achterin de werpkist wanneer we aan het stofzuigen zijn. Spannend! En zo zie je maar weer bij een Saarloos: ze lijken ergens aan gewend te zijn om het de volgende dag dan zomaar te zijn vergeten. En er rest ons dan niets anders om de pups opnieuw te laten wennen aan de stofzuiger, wat na vier dagen ook weer goed is gelukt. Vreemde jongens, die Saarlozen…

nog even lekker vertrouwd bij Souris drinken

Roller coaster

De tijd vliegt, de pups zijn nu vijf weken, ze zijn van moedermelk voor het grootste deel nu over op vast voer en ze vinden het heerlijk. We zijn zo’n anderhalf week geleden begonnen met twee knikkertjes tartaar per dag. We boden Taiwo als eerste een knikkertje aan. Hij at het van mijn hand en tufte het net zo hard weer uit. Nog een keer in zijn mond en weer uitspugen. Arewa vond het maar zeer interessant wat er zo gebeurde en besloot het stukje vlees dan maar over te pakken. Ze pakte het in haar bekkie en slik weg was het. Taiwo zat er wat beteutert bij – hij had fanatiek geprobeerd het vlees afhandig te maken van Arewa, helaas zonder succes – en bij het tweede knikkertje vlees bedacht ook hij zich geen moment: weg was het! De tweede tartaar dag was geweldig: in slaap een stukje voor de neus en dan al etend wakker worden om vervolgens te vragen om meer!

Taiwo en Maria (foto Rowan)

Om er zeker van te zijn dat iedereen zijn vlees krijgt en om te voorkomen dat ze teveel gaan schrokken omdat ze bang zijn dat een broertje of zusje het vlees komt pikken, geven we ze nu afzonderlijk eten. Op volgorde van geboorte, zodat ik me niet hoef af te vragen of ik ze allemaal heb gehad. En zo ontstaan hier vanzelf de rituelen waar wij aan wennen en de pups ook.

Om beurten gaan ze nu ook mee op de arm naar buiten. In onze straat wonen veel zeer geïnteresseerde kinderen en buren, dus er komen voldoende nieuwe prikkels voor ze binnen. Zo laten we ze wennen aan andere geuren, geluiden en handen, allemaal eerst veilig op de arm bij ons en als we het voldoende ontspannen vinden ook even op de arm bij een nieuwe menspersoon. Ze doen het super. Schrikken even van nieuwe geluiden, maar herstellen snel, en het duurt maar even voor ze parmantig en ontspannen rondlopen in een tuin van de buren.

Rowan en Arewa, mini Raven volgens Saran en Rowan (foto Rowan)

En dan is er natuurlijk de wereld buiten de puppy ren: onze woonkamer. Een waar Walhalla om heerlijk achter elkaar aan te rennen, over elkaar heen te buitelen en met elkaar te spelen. En daar is ook Biche: met haar spelen is het leukste dat er is en dat vindt Biche zelf ook. Biche is een lieve, tolerante tante, die gemakkelijk uit te dagen is voor een spelletje. Echt een jongbakken volwassen hond die Souris nu meehelpt in de opvoeding. En zo lastig Souris het in het begin vond dat de andere honden zich met haar pups bemoeiden, zo rustig is ze er nu over. Prachtig! Louve laat het allemaal een beetje gebeuren. Ze vindt de pups interessant, en druk! Dus wanneer de pups denken bij Louve ook een melkbar te ontdekken komt er een duidelijke grom. En die begrijpen de pups als geen ander: vanaf een halve meter afstand kijken ze dan naar Louve om het daarna gewoon nog een keer te proberen. Waarop Louve nog een keer duidelijk is.

Jacob en Buzira (foto Rowan)

Bij het ontdekken van de nieuwe wereld hoort natuurlijk ook het ontdekken van alles wat er ligt met de bek. We letten enorm goed op ze en dat is nodig ook, voor je het weet is het in hun bek verdwenen. Niets zonder de supervisie van ons.

Helaas had ook Souris wat opgegeten wat niet voor haar bestemd was – ze heeft enorme honger de hele dag – en bij het opgeven van haar voedsel kwam dat dus bij één van de pups terecht. Een dierenarts bezoek met laparoscopische ingreep was het gevolg. Wat een stress, vooral ook omdat onze eigen dierenarts ons wilde doorverwijzen en dat niet snel lukte. Om half acht ’s ochtends belde ik voor het eerst naar ons noodnummer – de dierenarts werkt dan natuurlijk nog niet – om bij de kliniek van de faculteit de mededeling te krijgen dat ze niet veel konden betekenen omdat ze al bijna gingen sluiten. Uiteindelijk konden we om vijf uur terecht bij de Wagenrenk. En daar gingen ze gelijk met hem aan de slag. Gelukkig doet ons pupje weer alsof er niets aan de hand is geweest. De eerste dag alleen maar drinken bij Souris, dat blijft goed zitten. En daarna weer rustig aan het opstarten met van zijn vaste voeding. Lieve, kleine, sterke man. Het gaat helemaal goed komen met hem. Dank aan onze eigen dierenarts van dierenkliniek Nieuwland, die goed diagnosticeerde, vaststelde dat hij de apparatuur voor de gewenste behandeling niet had en half Nederland heeft afgebeld om een plekje te vinden. Dank ook aan de dierenarts van de Wagenrenk en zijn team die onze pup zo kundig hebben behandeld!

Maria en Kehinde (foto Rowan)

In de tussentijd hebben we ook nog prachtig mensennieuws: we stonden al lang op de wachtlijst en eigenlijk was ons te verstaan gegeven dat we nergens meer op mochten rekenen…. We hebben het super mooie nieuws gekregen dat we nog een dochter uit Nigeria krijgen. En daar moet nu natuurlijk ook weer van alles voor worden geregeld. Never a dull moment… Regelmatig schiet één van mijn favoriete nummers van dit moment, Roller Coaster van Danny Vera, door mijn hoofd:

Here we go
On this rollercoaster life we know
With those crazy highs and real deep lows
I really don’t know why

Hoe toepasselijk is dat nu…

Mukwano in diepe rust na puppy bezoek (foto Rowan)

Vertrouwen

Waarom hebben jullie Saarlooswolfhonden? Het wordt ons zo vaak gevraagd. Ze zijn prachtig om te zien, daarover is er meestal geen discussie. En tegelijkertijd zo anders in gedrag dan de meeste andere rassen. Het lijkt veel mensen geen gemakkelijk ras, met die zo kenmerkende voorzichtigheid en terughoudendheid voor alles wat onbekend is. En steevast is dan ons antwoord dat het juist die karaktereigenschappen zijn die zo goed bij ons passen. Ook omdat wij zelf niet mensen zijn die zomaar ergens instappen, een praatje maken met een onbekende op een borrel of een vriendenkring hebben die onoverzichtelijk groot is. Omdat ook wij in de tijd die we hebben naast ons werk en de alledaagse beslommeringen, vooral gesteld zijn op een samenzijn met ons gezin, het liefst buiten in de natuur, en met de mensen die ons echt dierbaar zijn.

Dat maakt dat we de tijd van de poorten open zetten om mensen te ontvangen die mogelijk een pup van onze Souris willen best als pittig ervaren. We zijn bezig met een proces van afscheid, bezig met praten met mensen die we meestal niet kennen en bezig met het bedenken of degenen die geïnteresseerd zijn ook echt geschikt zijn voor een Saarlooswolfhond. En dat selecteren is niet gemakkelijk: laten we zeggen dat het een interessant proces is. Er zijn mensen die zich enthousiast melden om zich even later toch weer te bedenken. Er zijn mensen die heel graag willen, maar bij wie wij twijfelen. Er zijn mensen die voor ons meer dan goed voelen en die zelf nog bedenktijd nodig hebben. En er zijn mensen bij wie een pup gaat komen omdat we er allemaal vertrouwen in hebben.

zo vertrouwd

Wat maakt het plaatsen van een pup nou zo lastig? Want wij zijn enthousiast over ons ras – anders woonden we niet met drie Saarlozen. Er zijn voldoende aantrekkelijke eigenschappen van ons ras waarover we uren kunnen praten en waardoor het hart van toekomstige eigenaren sneller gaat kloppen. Ze zijn loyaal, richten zich op hun gezin, zijn trouw, houden van buiten zijn in de natuur en vinden het tegelijkertijd ook niet erg wanneer dat een dag niet zo lukt, kruipen in je bloed.

En er is een andere kant aan ons ras die minder gemakkelijk is. Ze leren snel, en toch zeggen we dat je veel tijd nodig hebt om ze de basale dingen als zindelijkheid, (even) alleen kunnen zijn, met de auto mee, en noem maar op aan te leren. Ze leren snel, maar zijn niet volgzaam: er is een relatie nodig om wat voor elkaar te doen. En soms zo is het zo dat er dingen zijn die een Saarlooswolfhond niet aangeleerd krijgt. Niet omdat de hond niet wil of de baas zijn best niet heeft gedaan, maar simpelweg omdat de hond in aanleg moeite kan hebben.

Wat wij zelf uit ervaring weten is dat wij eigenlijk alle basale dingen aangeleerd hebben gekregen en dat onze honden zonder probleem een dagdeel alleen thuis kunnen zijn en meegaan in de auto. En dat er nog altijd situaties zijn die ze als lastig ervaren. Die situaties proberen we zoveel mogelijk voor ze te managen: door ze niet in die voor hen onveilige situatie te brengen of door ze voldoende steun te bieden wanneer de situatie niet te voorkomen is en ons op die momenten vooral op hen te richten.

En waarom is onze relatie nu op deze manier? Open deuren misschien maar ik noem ze toch. Omdat we zijn begonnen met veel tijd te besteden aan onze pup, met het bieden van veiligheid, met het werken aan hechting, met vertrouwen geven en vertrouwen krijgen, met niet te veel verwachten, met aandacht kijken naar wat onze relatie op ieder moment nodig had en met duidelijkheid en begrenzing wanneer dat nodig is. Natuurlijk met vallen en opstaan, want ook wij hadden de standaard boekjes over opvoeden van honden gelezen. Voor ons was Louve onze eerste hond, dus zonder dat we ervaring hadden met Saarlozen, kregen we het vertrouwen van Gerard en Marijke dat we dat best konden. En dat vallen en opstaan is niet erg, ook daarvan leer je allebei.

Leven met een Saarlooswolfhond is prachtig. Het kost misschien meer tijd dan een doorsnee hond, welke hond dat dan ook precies mag zijn, en dat is het voor ons dubbel en dwars waard. En gelukkig vinden ook wij eigenaren bij wie wij er op vertrouwen dat een kind van onze Souris een mooi leven krijgt. En die ons vertrouwen dat wij de pups hier in huis een goede start geven. Want over vertrouwen gaat het hier.

met vertrouwen je omgeving verkennen

Kabouter Piep

De wereld buiten de werpkist is groot. Je kunt erin springen, huppelen, ‘een sprintje trekken’, koppeltje duikelen, verzin het en het kan!

De wereld buiten de werpkist is interessant. Je komt zomaar poezen tegen, er staat een ondiepe waterbak, er is een einde aan de puppyren en je vraagt je dan ook telkens af wat er daarnaar nog komt wanneer je door de tralies heen kijkt.

De wereld buiten de werpkist is lollig. Je kunt er met elkaar spelen, je kunt hangen in het kroeshaar van Jacob en daar lekker aan trekken, je kunt bijten in tenen en broekspijpen, naar elkaar grommen en keffen.

genieten voor allemaal

De wereld buiten de werpkist is koel. Als het warm is kun je heerlijk met je buik op de koude vloer, languit, zonder dat je broertjes en zusjes over je heen liggen.

De wereld buiten de werpkist is gevaarlijk. Wanneer mama eten krijgt of denkt dat ze mee naar buiten mag, dan gaat ze als een dolle tekeer en wanneer je dan net in de springzone van mama zit, dan kan ze zomaar tegen je aankomen. Maar gelukkig, als je het dan op een gillen zet, springt mama verschrikt weg en komt er een mensenouder je optillen en troosten. En word je helemaal nagekeken. En merk je dat er helemaal niets aan de hand is. Kabouter Piep noemen ze dat hier. Maar de mensenouders doen ons nu allemaal in de werpkist wanneer er eten of wandelen in aantocht is en toen er gegild werd, belde de mensenvader tijdens het wandelen op of alles goed was. Mensenmoeder schrok, die dacht dat er wat tijdens de wandeling was gebeurt, mensenvader belt nooit. Wie zijn er hier nu Kabouter Piep?

mama pesten

Ik knipper mijn ogen en zie hoe ze steeds weer een beetje veranderd zijn…

Wat gaat het ongelofelijk hard. Souris’ puppy’s zijn nu bijna drie weken oud en ze worden steeds meer mini hondjes. De oortjes groeien uit tot schattige flapjes, de oogjes zien er uit als zwart-blauwe kraaltjes, er ontstaat langzaamaan een vooruitstekend snoetje. Ook hun kleur verandert: ze krijgen meer tekening op hun kopjes en de puppy’s worden minder donker. Op Arewa na, zij houdt tot nu toe een prachtige donkere kleur. En onze Mukwano, die was vanaf het begin al lichtgrijs en dat is hij nog steeds.

Souris blijft een lieve, tolerante moeder. Gisteren hoorden we voor het eerst een zucht, diep, terwijl de pups weer aan haar tepels hingen. Een vinger in de mondjes van de pups verraadt waarom: de eerste tandjes hebben zich aangediend. En die zijn scherp, heel scherp. En als ik dan zie hoe ze zich vastzuigen op die tepel van Souris, dan moet ze daar wat van voelen.

kleine piranha’s

Omdat de puppy’s in de werpkist al lekker aan het rondscharrelen waren, hebben we eergisteren voor het eerst de kist opengezet. Voorzichtig kwamen de puppy’s kijken, nieuwsgierig zijn ze wel en Buzira, ons moedige jongetje, en Taiwo en Kehinde, die bij de geboorte al haantje de voorste waren, kwamen er als eerste uit. Heel voorzichtig gleden ze over de vloer. Een leistenen vloer loopt toch net anders dan het fleece dekentje in de werpkist. Er was ook wat frustratie, omdat de pootjes onder de lijfjes vandaan schoven en ze weer als een hulpeloos hoopje op de grond kwamen te liggen. Terug bij af… Dat heeft niet lang geduurd overigens, we zijn nu twee dagen verder en de puppy’s lopen allemaal waggelend rond. Af en toe vallen ze omver, maken ze een koprol, om daarna weer gewoon op te staan.

Wat er met het betreden van de puppyren bij is gekomen zijn andere geluiden: er wordt meer gekeft, soms gegromd en Souris probeert met wat gejank het clubje rustig te houden. Het blijkt leuk om te bijten in elkaar staart of elkaars neus en ook de tenen van Marco en mijzelf zijn in trek. De puppy’s maken gemakkelijk contact met ons en vinden de buitenwereld reuze interessant. Het eerste neus aan neus contact met onze poes Josephine is er al geweest.

slapen bij mama is het fijnste

En met dat onze pups zich meer richten op de buitenwereld, doen ook wij voorzichtig de poort weer open. Directe familie, goede vrienden, allemaal veilig voor Souris en voor ons, zij gaan geen puppy’s meenemen. We breiden het langzaamaan uit, laten vrienden komen die geen puppy willen of misschien toch wel, van ons zou het mogen. Het voelt spannend om ze nu al los te laten, nu we net zo aan elkaar zijn gewend. En het moment van eerst delen en dan loslaten gaat komen, we lijken gelukkig voor bijna alle pups een liefdevol huis gevonden te hebben. Ik ben niet zo goed in loslaten, dat weet ik van mezelf. Het gaat zo snel, te snel. En ik stel dat moment van loslaten nog graag even uit!

lieve smoeltjes…

De tijd vliegt voorbij

Vandaag zijn onze puppy’s twee weken oud. En ik geniet van elk moment. Intens. Het is mooi om naar ze te kijken, uren achtereen. Het verveelt niet: ieder moment is weer anders. Een geluidje, een beweging, een lik van Souris, een geeuw, op elkaar liggen, van elkaar afrollen, aan een tepel sabbelen, en dat dan van vijf pups. We zien ze met de dag veranderen. Na twee weken zijn het al echte hondjes, is de totale afhankelijkheid van Souris aan het verdwijnen. Ze verkennen hun nieuwe wereld, de werpkist en ons als gezin.

Ze zijn onderhand gewend aan onze aanraking. De eerste keer dat ik de werpkist verschoonde en ze hieruit dus moest oppakken, waren ze alles behalve rustig. Een klein wurmpje dat aan het worstelen was. Als ik ze nu oppak, dan gapen ze en beginnen ze te sabbelen aan mijn neus, mijn hand, mijn vingers. En snuffelen ze mijn hele arm af. Het is ook allemaal minder spannend, de buitenwereld langzaamaan bij hun binnenkomt.

De oortjes zijn open en alle pups reageren op geluidjes. Als ze liggen te slapen en ik roep met hoge stem waar zijn mijn puppy’s, dan zijn ze in een paar tellen wakker, richten hun kopjes op, zetten hun pootjes onder hun lijfje en hun staartje in de kwispel en waggelen met zijn vijven naar me toe. Het is nog echt met vallen en weer opstaan, prachtig om te zien. Kunnen horen betekent ook dat de puppy’s wennen aan de geluiden van ons huis. Het spelen van de kinderen, die lachend en zingend achter elkaar aan kunnen rennen. Het stofzuigen, dat iedere dag moet gebeuren, zeker nu de honden overgaan van winter- op zomerjas. De radio, die soms best hard aanstaat wanneer we één van onze favoriete nummers voorbij horen komen. Ze reageren er niet of nauwelijks op. Alleen bij onverwacht harde geluiden, zoals het vallen van speelgoed op de grond of het opspringen van Souris tegen de puppy ren, zorgen voor een reactie: koppie omhoog in de richting van het geluid om vervolgens weer rustig te gaan liggen.

En naast de oortjes ontluiken ook de oogjes langzaam. Waterig kijken ze de wereld in. Echt veel er mee zien doen ze nog niet, dat zal over een aantal dagen echt wel anders zijn.

Want bij puppy’s denk je in dagen, soms in uren. Hun ontwikkeling gaat zo ongelofelijk snel. Elke dag kunnen ze weer iets anders. We zien ze gewoon groeien. We zien ze de omgeving in zich op zuigen. We zien ze wennen aan wat er om hen heen gebeurt. We zien ze contact maken met ons. Ik probeer zo veel mogelijk tijd met ze door te brengen.  En dat lijkt dan nog niet genoeg.

bij het verschonen van de werpkist passen de puppy’s nog net in de poppenwagen

Kleine druktemakers

Er zijn al weer bijna twee weken voorbij sinds de puppy’s van Souris zijn geboren. En wat zijn het prachtige wondertjes. Hun dag bestaat voornamelijk uit slapen, drinken bij Souris en poepen en plassen. En in al deze vier activiteiten zijn ze bijzonder goed!

Het slapen is zo lief om te zien: de ene keer liggen ze als een kluwen bovenop elkaar, de andere keer helemaal alleen. Op de zij, de rug, de buik. Rustig en stil, dan weer bewegen met de pootjes alsof ze hard achter elkaar aan rennen. Tja, in dromenland kan natuurlijk alles. Want rennen, dat kunnen ze natuurlijk nog helemaal niet. Hun ontwikkeling gaat trouwens wel verbazingwekkend snel! Kunnen ze de eerste dagen zich alleen voortbewegen als kleine zeehondjes – alleen met de voorpootjes het hele lijfje  vooruit slepen om maar bij een tepel van je moeder te komen –, na nog geen week zetten ze hun achterpootjes al onder hun lijfje om zich helemaal op te richten en voorzichtig de eerste stapjes te zetten. Om vervolgens natuurlijk weer om te rollen, nog even oefenen met de balans! Bovendien zien en horen ze nog niets, best stoer om dan te beginnen met lopen.

Drinken bij Souris is een heerlijke bezigheid voor ze. Ook dat kan in elke positie. Souris heeft twee rijen van vier tepels, waarbij de tepels richting onderbuik toch wel de meeste melk lijken te geven. En als je dan met vijf puppy’s bent, dan kun je niet allemaal tegelijkertijd naast elkaar drinken en ook niet allemaal tegelijkertijd bij de voorkeurtepels – want dat weten ze goed welke tepels het beste voeden! Er moet er dus in ieder geval eentje ‘onderop’, meestal zijn het er wel twee die voor de lagere positie kiezen. En met een beetje geluk draait Souris zich op haar rug, dan kunnen de puppy’s er allemaal zonder moeite bij. En als je dan onderop ligt, dan heeft een zij- of rugligging de voorkeur. Met melkende pootjes in het luchtledige. Lief! Souris laat het allemaal gebeuren, ze ligt er meestal bewegingloos bij. Echt fijn moet het drinken voor haar niet zijn, er wordt behoorlijk hard aan haar tepels getrokken en met de voorpootjes gemolken rondom haar tepel. En die pootjes krijgen best scherpe nageltjes. Souris haar buik kleurt onderhand aardig rood, het lijkt haar niet te deren.

En dan hebben we natuurlijk nog het ritueel van buikmassage om het poepen en plassen goed te laten verlopen. De puppy’s zijn heel rustig met uitzondering van twee momenten: wanneer Souris even is weggeweest en de werpkist weer betreedt – de melkmachine is dan gearriveerd, gekreun en gepiep om die melkmachine te bereiken – en wanneer Souris begint met verzorgen. De eerste keer schrok ik er van. Ik dacht echt dat Souris op één van de puppy’s was gaan zitten. Een hoge krijs: het is echt niet leuk wanneer mama je likt en schoonmaakt. Kleine druktemakers. En mama gaat onverstoorbaar verder. Zoals alle mama’s dat doen.