Als gedragstherapeut voor honden ben ik natuurlijk opgeleid met ‘socialiseren van de pup begint al bij de fokker’. Tot nu toe kregen we een pup van al een aantal weken oud en gingen we als nieuwbakken hondenouders druk aan de slag. Nu staan we aan de andere kant: we begeleiden de pups zo goed mogelijk in hun prille socialisatie periode om ze vervolgens aan hun eigenaren over te dragen die dan de rest mogen doen. En wat doe je dan al zoal met een Saarloospup? Wat doe je binnenshuis en welke stappen zet je al buitenshuis? En doe je dit dan per pup of doe je dit met alle pups tegelijk? Zoveel mensen, zoveel meningen vrees ik, en dus kiezen we onze eigen weg. Natuurlijk met de kennis die we zelf hebben, en met de kennis van mensen om ons heen. Zo dicht mogelijk bij onszelf blijvend, het beste combinerend uit verschillende werelden. Dat was ook wat ik altijd antwoordde wanneer een gedragstherapeut in opleiding mij tijdens de lessen die ik gaf vroeg wat ik van hondengoeroe A of hondengoeroe B vond. En dat bevalt ons nu best.

Binnenshuis doen onze pups zoveel mogelijk mee met het dagelijkse leven: we hebben de keuken nu afgezet, zodat ze rond kunnen lopen terwijl wij aan het koken, afwassen of eten zijn. Een veilig idee, dan hoeven we ze niet de hele tijd in de gaten te houden, omdat er in de keuken vanaf de grond niet te veel af te breken is. Natuurlijk is er een stoffer en blik, waarbij vooral de stoffer erg in trek is: daarmee kun je ‘touwtrekken’, want alle pups willen de stoffer nu eenmaal graag, en wanneer je het spelletje gewonnen hebt, kun je er parmantig mee rondlopen. Wel wat lastig, omdat je tussen de poten van de stoelen heen moet, maar toch. Gewoon aan de anderen laten zien wat voor een geweldige prooi je te pakken hebt, gewoon om je eigen prestaties te vieren… En dan zijn daar natuurlijk altijd theedoeken die je van het aanrecht kunt trekken, je kunt lekker in de kuiten van de mensenouders en -kinderen bijten, aan hun kleren trekken, aan elkaars staart trekken, oog in oog komen te staan met de huistijgers, kortom, de hele tijd genoeg te doen. Komt daar weer een in de microfoon zingend kind langs, je kijkt er niet anders van. Nee, interessant juist. Trekt de mensenvader de luxaflex hard omhoog, even op het kontje zitten om te kijken wat er nu weer gebeurt. De keuken is één groot feest!

En dan heb je de woonkamer, ook geweldig. Er ligt een tunnel, die was eerst een beetje eng, maar nu heel leuk om heen en weer in te rennen, het liefst tegelijkertijd met meer pups en dan ook nog graag een pup van buitenaf er graag bovenop, zodat de tunnel lekker beweegt en in deukt. Of die gekke huistijger, die doet ook graag mee. Dan is er kinderspeelgoed, vooral de auto’s zijn leuk. Eerst wel spannend, ze zijn groot en maken veel lawaai wanneer ze over de vloer rijden, nu is dat ook helemaal niet eng meer en springen we er graag tegelijkertijd bovenop. De woonkamer is top, want er is natuurlijk veel meer te beleven. Er hangt een rek met wasgoed, daar kun je in gaan hangen, er zijn banken en stoelen, daar kun je onder liggen en als Biche dan langskomt, dan tik je haar lekker aan. Zij kan er niet onder, jammer dan! Er liggen tassen, daar kun je op knagen, maar dan komt er wel een mensenmoeder aan die zegt dat dat niet mag. Die zit ons de hele tijd op de huid trouwens, dat is wel jammer met al ons kattenkwaad.

Buiten is een stuk van de achtertuin afgezet. Daar hebben we een stukje tegels en een stukje zand. Leuk om in het zand te graven en op de blaadjes en stokjes te kauwen die we daar tegenkomen. Er ligt ook een grote, harde steen, daar kun je lekker op knauwen. En dan legt de mensenmoeder er weer een stok in of een gieter of gaat ze bezemen. In het begin allemaal nieuw: we moeten even wennen, kijken eventjes of het echt niet gevaarlijk is en gaan dan op ontdekkingstocht er vol tegenaan. Er zijn ook veel nieuwe geluiden: mensen van andere huizen, vogels, iemand die piano speelt, vliegtuigen, een brommer in de verte. We kijken bij alles even op, om daarna weer verder te gaan met waar we mee bezig waren. En het leukste was, toen het heel warm was, dat ons mensenkind ons nat maakte met de gieter: dat is leuk, water dat in een straal van bovenkomt. Een heerlijk modderbad, we waren te vies om op te pakken…

We gaan ook met zijn tweeën met de mensenvader en -moeder naar buiten, op de arm, om de buurt te verkennen. We gaan al steeds verder en het laatste stukje lopen we dan achter hun aan zelf naar huis. Dat doen we alleen wanneer we ons ontspannen genoeg voelen, anders blijven we lekker bij ze op de arm. We zijn ook naar het gras geweest, dat is best gek aan je pootjes. Daar waren ook kinderen aan het voetballen, we hebben lekker gekeken, terwijl we dicht tegen onze mensenouders aanzaten. Veilig en hierdoor toch ook stiekem leuk.

En zo merken wij aan onze pups dat ze ons als veilige haven zien en dat er van daaruit, met onze steun, veel te ontdekken valt. En die steun bieden we ze, zoveel we kunnen. Vanuit een veilige hechting leer je, als mensenkind en als pup, dat weten we vanuit ons gezin maar al te goed. En zo zien we dat onze pups van nieuwe dingen best wel even kunnen schrikken om vervolgens snel te herstellen en weer op onderzoek uit te gaan. We zijn zo trots op ze, onze lieve, kleine kinderen van Souris. En Raven natuurlijk…