Voorstelrondje

Moet je als vader binnen drie dagen je kind aangeven bij de gemeente, als hondenouders heb je hier tien dagen de tijd voor. En dat betekent, net zoals bij mensen, dat je dan ook de namen van de pups doorgeeft. Al onze dieren hebben Franse namen: ooit begonnen met Louis, onze zwart witte kater. Die kregen mijn zus en ik toen we als studenten samenwoonden in Utrecht. We kozen tussen Oscar en Louis. Louis bleef bij mij toen mijn zus vertrok naar Rotterdam, haar man had ook twee katten. En toen na acht jaar kater nummer twee zich aandiende, vonden we dat zijn naam bij die van Louis moest passen. Het werd Maurice en vanaf dat moment begon onze traditie.

Tijdens de dagen van bevallen van Souris is onze Maurice 23 jaar geworden. Bijna mijn hele volwassen leven is hij al bij mij. We besluiten zijn naam die we als liefkozing gebruiken als tweede naam aan alle pups mee te geven: Maus. Dat is dan in ieder geval het Franse deel van de namen. Daarnaast krijgen ze een naam in de taal van onze kinderen: Luganda en Yoruba.

Het eerste pupje, een jongetje, dat geboren is noemen we Taiwo, het tweede pupje, een meisje, Kehinde. In Nigeria krijgen tweelingen deze namen vaak. Taiwo is de eerstgeborene en Kehinde het kind dat Taiwo volgt. Nou is het zo dat men vindt dat Kehinde eigenlijk de eerste is, maar zo slim is Taiwo vooruit te sturen om te zien of het inderdaad de tijd is om geboren te worden.

Het derde pupje, een jongetje, krijgt de naam Buzira, wat moedig betekent in het Luganda. Moedig is hij, hij kwam in een stuitligging ter wereld en lijkt daar zelf helemaal niet mee te zitten. Dan krijgt het vierde pupje, een jongetje, ook een Luganda naam: Mukwano, onze vriend. Mukwano is ons kleine vriendje, prachtig grijs, hij is lief. En dan als laatste het vijfde pupje, een meisje, Arewa, wat mooie vrouw in het Yoruba betekent. En mooi is ze.

We genieten intens van onze puppy’s en van Souris, die niets te veel lijkt. Af en toe wil ze even bij ons, om te knuffelen en te voelen dat zij nog steeds ons liefste meisje is. Zoals ook Louve en Biche dat zijn, en dat weet Souris dan weer niet.

Advertentie

Ritme vinden

En als de pups er dan zijn, dan hoort het leven zijn eigen ritme weer op te pakken. Natuurlijk gaat de buitenwereld gewoon verder, terwijl wij hier thuis in een roes lijken te zitten. De bevalling van Souris heeft me diep geraakt, ze heeft me ontroerd, ze heeft me dichtbij laten komen, heel dichtbij. En dat dichtbij doet me soms pijn, pijn die van mezelf is, ver weg, en nu weer tastbaar. Ik ben zelf geëmotioneerd, het lijkt alsof ik zelf die pups gekregen heb. Zo gaat dat met ons Saarloos meisje, we zijn diep verbonden met haar en zij met ons en nu is dat ook zo met haar kinderen. Ik merk dat ik hierdoor wordt verrast, er wat van schrik en er ook om kan glimlachen. Het gaan mooie weken worden.

Souris is een goede moeder. Had ze de eerste dag nog last van naweeën en onrust, vanaf de tweede dag vindt ze rust bij haar pups. Urenlang ligt ze bij ze, voedt ze, geeft ze warmte en we moeten moeite doen om haar mee naar buiten te krijgen om te plassen en te poepen. We merken ook dat rust belangrijk voor haar is. Ze is erg waakzaam, reageert op geluiden van buiten, zeker wanneer Louve met haar blaffen laat horen dat er iemand op de oprit is. Als de deurbel gaat, springt ze al blaffend tegen het hek van de puppyren op. Marco, als haar beschermheer, zorgt ervoor dat de bel niet meer kan klinken.

Souris is beschermend naar haar pups. Wij mogen kijken, niet aanraken, anderen wordt zelfs dat eerste niet gegund. We snappen haar goed: de pups zijn heel kwetsbaar. Kleine zeehondjes die zich moeizaam voortbewegen. Kleine molletjes, blind en doof. Als Souris niet voor ze zorgt, wie doet dit dan wel?

We besluiten dan ook dat de poort voor drie weken op slot gaat. Natuurlijk kiezen we voor haar, ook al zijn we slecht in nee zeggen naar anderen. Souris kan nu in alle rust haar pups verzorgen zonder zich druk te hoeven maken om wat er om haar heen gebeurt. Dat blijkt een goede beslissing. Na een tweetal dagen ontdooit ze in ieder geval naar ons. Oppakken mogen we ze nog niet, strelen wel en dat is heerlijk.

En Marco en ik pakken ons werk weer op, ik de ene dag, Marco de andere. En ik voel me een slechte moeder…

Ode aan Marijke

En daar kwam ze, donderdagavond haalde ik haar op van het station. Ze zou eigenlijk vrijdag komen, maar één telefoontje over slijmverlies bij Souris deed haar beslissen een dag eerder te komen. ‘Beter voor de hond wanneer ik niet kom wanneer de bevalling al begonnen is.’

Ik was precies op tijd om te zien dat ze vanuit de stationshal naar buiten kwam. Een klein vrouwtje, petje op, met zoekende ogen. Onze ogen vonden elkaar en we lachten beiden. Ik was heel blij haar te zien.

Souris kent haar natuurlijk, ze heeft al eens een weekend bij haar gelogeerd toen wij in Afrika waren. Een wat moeizame relatie lijkt het vanuit Souris te zijn. Alles is nu anders. Louve is natuurlijk helemaal gek, haar mensenmoeder is gearriveerd en ook Souris is oprecht blij. Biche staat van een afstandje te kijken.

Ze neemt haar intrek bij ons thuis: onze slaapkamer is voorlopig de hare. Jacob is blij haar te zien. Gezellig dat je er bent. Ope ligt al in bed, die zal haar morgen treffen. We praten samen wat, drinken thee en koffie. En Louve kan maar niet geloven dat ze er is. Dat blijft de rest van de dagen zo, iedere keer jankt ze van blijdschap wanneer ze weer in de kamer komt. En Biche jankt mee.

In de dagen die volgen ontstaat er een warme bubbel, eentje waarin er wordt geluisterd, gelachen, gepraat. Eentje waar ontroering is, waar Souris zich openstelt voor haar. Alsof ze weet waarom ze er is. En de ontroering die ik bij haar zie, die ontroert mij weer. Ik wist het natuurlijk wel, de grenzeloze liefde die Louve voor haar heeft is er niet voor niets.

En als het dan echt begint, dan vindt Souris haar nabijheid lastiger. En zij trekt zich terug naar de achtergrond, kijkt op afstand mee, denkt mee en spiegelt ons. Zonder probleem neemt ze weer wat afstand van Souris. Het gaat om Souris, Souris staat centraal en zij schikt zich hierin.

Ondertussen houdt ze contact met haar thuisfront, daar is ook een nest met pups waar ze nu zomaar een paar dagen bij weg is. En waar Gerard alleen voor zorgt. Tien in totaal, in zijn eentje, petje af.

En dan begint het maandagavond echt. Terwijl wij druk met Souris zijn, ontfermt zij zich over Ope en Jacob. Laat mij jouw kamer maar eens zien en weg zijn ze. Wat fijn voor ons, we hoeven nergens bij na te denken.

En dan zijn de pups er toch ineens. Ze schrijft alles in ons boekje: wanneer ze geboren worden, hoe zwaar ze zijn, of er een meisje of jongen is. Ze blijft op tot alle pups er zijn en er toch echt niets meer lijkt te komen.

Dinsdag moet ze naar huis, er zijn afspraken op woensdag waar ze niet onderuit kan. Ze heeft er al veel voor ons afgezegd, dus of ze echt weg was gegaan wanneer de pups er nog niet waren, ik weet het niet. Ope zegt haar niet te willen missen, en ik zeg het niet, maar denk het stiekem ook.

Lieve Marijke, jouw plek in ons hart is heel groot geworden. Dankjewel voor je steun, je advies, je gezelligheid, je liefde voor ons en voor onze honden. Je hebt ons diep geraakt.

een band voor altijd

En daar zijn ze dan!

Die Souris, ze laat ons in spanning zitten. Zaterdag was dag 63, toen begon haar onrust en wat eerste spielerei. En mijn eerste nacht met weinig slaap. Want haar alleen laten, dat durven we niet echt meer. Dus ik blijf tot kwart over vier op, maak Marco dan wakker en sta om kwart over zeven weer naast mijn bed. En Souris voelt onrust: nestje maken, uurtje hijgen, drie uurtjes rusten. En het nestje maken natuurlijk het liefst in de tuin. Daar zijn aardig wat gaten gegraven, inclusief leuke doorkijkjes naar de buren…

We krijgen zo met ons gezin en Marijke een fijn ritme, we spinnen een cocon om ons heen. De buitenwereld lijkt ver weg en wij zijn hier met zijn allen. Alsof Marijke hier al tijden woont. De kinderen voegen zich, de honden, de katten, alles lijkt in rust te komen. Nou ja alles: onze jonge kat, omgedoopt tot kleine heks door Marijke, sprint door het huis: over de banken, de stoelen, in de gordijnen tot aan het plafond om vervolgens op Louve te landen, die wat verstoord opkijkt. Ze brengt leven in de brouwerij, het schatje!

De ochtend kabbelt langzaam verder, we temperaturen braaf en zien in eens de temperatuur van Souris stijgen: dat is toch wel gek, het zou naar beneden moeten gaan, toch? Dat doet het uiteindelijk ook: na de stijging zitten we in zes uur ineens anderhalf graad lager. Is dit onze langverwachte dip? En de onrust blijft: nestje maken, naar buiten om voor de zoveelste keer te plassen en te poepen, likken aan haar buik, achterpoten en vulva, uurtje hijgen en dan weer slapen. Ook nu besluiten we weer op te blijven. Marco moet morgen college geven, dus ik neem de nacht voor mijn rekening. Souris in de werpkist, ik op de grond ernaast. Er wordt veel gehijgd en regelmatig zie en voel ik trillingen over haar lief. Als ik toch in slaap dommel, maakt Souris me zonder genade wakker en komt heel dicht tegen me aan liggen. Vanaf een uur of vier wordt ze niet meer rustig en blijft het hijgen en trillen aanhouden.

En dan breekt dag 65 aan. Marijke vindt haar gedrag eigenlijk allemaal niet zo abnormaal, alleen hadden we dit veel eerder verwacht. Souris wil nu alleen nog Marco en mij bij zich hebben, en dan het liefst heel dichtbij. We bellen de dierenarts die ons adviseert rustig af te blijven wachten. En zo kabbelt er weer een dag voorbij, alleen heeft Souris nu geen rustmomenten meer. Ik heb met haar te doen, maar merk ook aan haar dat ze deze tijd nodig heeft om zich voor te bereiden op haar moederschap.

Wanneer we dan net aan het avondeten zitten, heerlijk asperges, we verwennen onszelf, horen we een splash vocht. We schieten allemaal omhoog en haasten ons naar Souris: er is vruchtwater en er hangt een blaas ter grootte van een pingpongbal met vocht uit haar vagina. Verder gebeurt er niets. Het vocht in de blaas lijkt wat donker van kleur. Op aanraden van de dierenarts prikt Marco het door: het vocht blijkt gewoon helder. En daar blijft het dan bij. De dierenarts komt langs, geeft aan dat de pups nog niet in het geboortekanaal zitten en dat ze er dus nog niet klaar voor is. Na ’s avonds laat nog een bezoek besluiten we samen de natuur zijn gang te laten gaan. Dat is ook wat we het liefste willen. We vertrouwen erop dat Souris het gewoon zelf kan. Wat een lastige beslissing, ook omdat we van anderen weten dat het ook zomaar verkeerd kan gaan.

En dan om kwart voor twaalf, bijna middernacht, beginnen de persweeën. Souris komt met haar billen bij me op schoot, ze lijkt niet helemaal te snappen wat haar overkomt. Daarna in de werpkist waar Marco haar vasthoudt en haar op die manier wat tegendruk biedt. En dan komt daar de eerste pup om zeven voor half één. Souris geeft een klein kreetje en dan is hij er. Het lijkt alsof ze dit heeft nodig gehad, alsof ze nu snapt wat er gebeuren moet. Het vlies wordt weggehaald, de navelstreng doorgebeten, de placenta opgegeten en gewassen. Allemaal gewoon vanzelf. Een beetje onwennig wanneer het kleintje aan haar tepel komt liggen, maar na twee keer aanleggen snapt ze dit ook. En hoe anders komen de volgende pups. Ze hijgt zo’n tien minuten, kijkt dan geconcentreerd naar haar onderbuik, heeft drie tot vier persweeën en daar is de pup. Om kwart over één komt nummer twee. Jacob is wakker geworden en ziet nummer drie om kwart over twee geboren worden. Hij glundert!, Nummer vier komt om tien voor half vier en nummer vijf sluit het nestje af om tien voor vier. Mooi zijn onze pupjes. Drie jongens en twee meisjes. De lichtste is een meisje (455 gram), de zwaarste ook (572 gram). Wat prachtig en ontroerend is dit! Wat zijn we trots op ons meisje. En wat zijn we moe, alle drie.

Souris is moe, heel moe…
Trotse mama
en drinken maar!

Wachten duurt lang

En dan is de laatste week van de dracht aangebroken. We beginnen twee keer per dag de temperatuur bij Souris op te nemen. Die zou een dag voor de bevalling met 1 tot 1.5 graad naar beneden moeten gaan. De eerste keer kijkt ze wat verstoord op wanneer ik de thermometer tussen haar billen stop. Verder geen gedoe, wat is ons meisje toch vol vertrouwen naar ons. Ze heeft een niet zo’n hoge uitgangswaarde: 37.6. En dat blijft een dag of twee zo. Daarna een daling richting 37.1, het zou toch niet? Dan zou ze wat te vroeg zijn. Bellen met Marijke. Nee hoor, dit is vast nog niet de daling waar we op zitten te wachten. Marijke komt vrijdag, dat zou één tot twee dagen voor de uitgerekende datum zijn, wanneer ik haar donderdagochtend bel dat Souris slijm begint te verliezen, besluit ze een dag eerder te komen. Ik merk dat ik er rustig van word dat onze verloskundige onderweg is 😊.

Ik ben ook benieuwd wat Souris er van gaat vinden. Tot nu toe is ze niet heel intiem met Marijke, ze accepteert dat ze er is, maar daarmee is alles gezegd. Wat anders is ze nu. Ze komt kwispelend op Marijke af en gaat bij haar zitten, kop op haar schoot. Louve is natuurlijk helemaal door het dolle, die kan alleen maar joelen en Biche blaft wat van een afstand. En Marijke laat alles over zich heen komen, in rust, met zachtheid.

Vrijdagochtend is alles nog rustig. Temperatuur is weer gewoon steady op 37.5, Souris loopt rond alsof er niets aan de hand is. En Louve is zo gelukkig en verrast dat Marijke ’s ochtends weer de kamer in wandelt. En Souris lijkt te voelen dat Marijke er voor haar is. Ze zoekt haar op, ze likt haar in haar gezicht en ontroert hiermee mij en Marijke. Prachtig om mee te maken.

Ik moet helaas vrijdagmiddag werken, ik kon helaas voor de les die ik moet geven geen vervanger vinden. Met onrust vertrek ik richting Utrecht. Ik vertel mijn studenten dat ik mijn telefoon laat aanstaan en echt ga vertrekken wanneer Marco me belt. Ze snappen het natuurlijk. En natuurlijk gebeurt er niets. Het voelt fijn om weer naar huis te rijden en bij mijn meisje te zijn.

En zo wordt het vrijdagavond, zaterdagmorgen, zaterdagmiddag, zaterdagavond. Souris is redelijk rustig, de pups bewegen naar hartenlust in haar buik, Souris hijgt, lijkt onsluitingsweeën te hebben, gaat weer rusten en wij kijken naar Duncan Laurence die voor ons het songfestival wint.

De verbouwing

De dracht van Souris vordert, ze wordt elke dag weer een beetje dikker lijkt het. Ze doet verder alles nog heerlijk in de roedel mee: spelen en wandelen, samen slapen, bekvechten, het is zoals altijd. Bij ons begint het nu wel te kriebelen en dus besluiten we de werpkist en puppyren te gaan installeren. Onder het mom dat Souris er dan fijn aan kan wennen…

Het is nogal een verbouwing in huis. We wonen niet echt klein, de puppyren is alleen wel groot: 2 meter 50 bij 2 meter 50… Dat betekent de meubels wat meer op elkaar zetten, het speelgoed van de kinderen opruimen, en met de benen in de nek koffie zitten drinken. Alles voor onze Souris en haar kinderen!

We verbazen ons over de rust die er bij de honden heerst terwijl we zo druk bezig zijn. Normaal leidt elk nieuw geluid of elk onbekend voorwerp tot laag geblaf en onrustig heen en weer lopen om alles te bekijken, nu overheerst er een nieuwsgierigheid. Souris komt kwispelend kijken, gevolgd door Biche en veel later ook door Louve. Die neemt altijd haar tijd!

We bouwen een wat ingewikkelde constructie: werpkist, binnenring met hekken en buitenring met hekken. Zo kan Souris in alle rust bij haar puppy’s liggen zonder gestoord te worden door steelse blikken van Louve en Biche. Vooral van Biche verwachten we veel interesse in de pups. Ze is nog jong en onbezonnen en gaat niet zelf bedenken dat Souris haar aanwezigheid – lees opdringerigheid – misschien wat minder zou kunnen waarderen. En om te voorkomen dat er ruzie tussen onze dames ontstaat, maken we een binnen- en buitenring. Tevreden bekijken we ons bouwwerk. De babykamer is op tijd klaar, onze nesteldrang is vooralsnog bevredigd!

Er is beweging…

En dan begint weer een periode van wachten. De dracht van Souris is bevestigd, maar je ziet er aan de buitenkant nog niet veel aan. Ze heeft een wat bredere rug gekregen – we noemen haar onze bijzet tafel – , dat heeft ze eigenlijk al vanaf de tweede week van de dracht. Marco vindt haar aanhankelijker en ze heeft een zachtere blik in haar ogen, ook dat is eigenlijk al vanaf het begin. We merken dat ze steeds meer geïnteresseerd raakt in eten, kan natuurlijk ook zijn omdat ze extra aandacht vraagt en krijgt. Ik bemerk bij mezelf twijfel: ze zou toch nog wel drachtig zijn? De embryo’s zullen toch niet allemaal verdwenen zijn? Je hoort zoveel verhalen en leest er nog meer op internet. Ik besluit dan ook internet niet meer te raadplegen, het maakt onzeker. Een gesprek met Marijke of Marianne, die momenteel ook een Saarloos heeft die drachtig is, helpt met meer.

Na een week of zes zien we toch echt dat haar melkklieren groter worden en krijgt ze een dikkere buik. Het ziet er grappig uit: als een sixpack. Menig man zou er jaloers op zijn! We krijgen via Marianne een puppyren te leen, bij Gerard en Marijke lenen we een werpkist, het wordt echter! En we maken ruimte in de woonkamer waar de puppyren en werpkist moeten komen te staan.

De kinderen hebben nu meivakantie en omdat we nu niet met ze weg kunnen, gaat Marco een weekend met onze zoon naar Frankrijk. Louve en Biche gaan met hun mee, mijn dochter blijft bij met thuis om samen voor Souris en de katten te zorgen. Ik vind het best spannend om nu alleen met Souris te zijn. Als er nu iets niet goed zou gaan met haar, dan sta ik er alleen voor… En ik bedenk dat er ook helemaal niets mis hoeft te gaan, waarom, de dracht lijkt tot nu toe volgens de boekjes te verlopen.

Aan Souris haar buik voelen durf ik nog niet echt, ik ben veel te bang dat ik iets ga verstoren. Marco doet dit al wel en Souris lijkt dat ook fijn te vinden. Als Souris op de bank gaat liggen met haar buikje bloot, lijkt ze me uit te nodigen. Ik ga naast haar zitten en leg mijn handen op haar buik. Heerlijk warm is die. En dan ineens voel ik iets tegen mijn handen bewegen. En dat zijn de darmen van Souris niet. Wat een intiem moment. Ik raak vertederd!

Kleine hartjes

Vier weken dracht en dan kun je een echo laten maken om te zien of Souris inderdaad pupjes verwacht. Tot een paar dagen van te voren houd ik mezelf voor dat er geen pups komen. In het weekend begin ik hierover te twijfelen. Bij Marco bestaat veel minder twijfel: hij weet gewoon dat zijn Souris nieuw leven op de wereld gaat zetten. Het zal bij mij wat zelfbescherming zijn…

Op 15 april gaan Marco en ik samen naar Diergeneeskunde. We worden ontvangen door een heel gezelschap: vier dierenartsen in opleiding en een specialist. Eén van de studenten neemt het voortouw: merkt u wat aan haar gedrag, eet ze meer of minder, slaapt ze meer, … en overal moeten we eigenlijk zeggen dat het allemaal niet zo anders is dan normaal. Vervolgens wordt haar buik door vijf mensen betast: voelen we iets wat op pups zou kunnen lijken. Het wordt spannend gehouden. De specialist voelt als laatste. Echt iets af te lezen is er niet aan de gezichten. De eerste student zegt niets te voelen, de tweede wel en de derde en vierde blijven wat vaag – maar dat zijn ook studenten met als specialisatie Paard, hoe vergelijkbaar is dat met honden? Uiteindelijk geeft de specialist het verlossende antwoord: ik laat jullie niet langer in spanning, ik voel bolletjes in de buik… Mijn hart maakt een sprongetje, ik begin te stralen en Marco lacht van oor tot oor.

Daarna een echo, want we willen weten hoeveel er ongeveer komen. Belangrijk, want als er weinig pups zijn, dan kan de bevalling van Souris lastig worden. Dus weer op haar rug in een zacht kussen op de tafel, buikje geschoren, gel erop en kijken maar. En ja hoor, daar zien we kleine blaasjes met een frummeltje erin. Ik raak ontroerd, prachtig om te zien. En dan zien we daar een hartje kloppen. Je kunt het ook horen zegt de arts en hij zet het geluid aan. De tranen schieten in mijn ogen, hier was ik niet helemaal op voorbereid. Ik had me eigenlijk niet zo’n voorstelling gemaakt van een echo en dit is voor mij de eerste keer dat ik een echo van nieuw leven live meemaak… Het is prachtig. Kleine embryo’s van 13 millimeter met een kloppend hartje. Ongelooflijk dat iets wat zo klein is al echt leeft. De arts telt er vijf – ik moet zeggen dat ik met hele andere dingen bezig ben dan hartjes tellen, mijn hart maakt sprongetjes!

En het werd zomer…

Na ons bezoek bij Raven breken er voor ons rustige tijden aan. Souris’ loopsheid verdwijnt langzaamaan en we merken verder eigenlijk helemaal niets. Ze eet ’s ochtends wat slechter lijkt het en dus schrijven we dat toe aan ochtendmisselijkheid, daar kunnen honden ook last van hebben aan het begin van de dracht. Kleine manipulator: wanneer we haar brokjes ’s ochtends vervangen door vlees (dat krijgt ze normaal altijd alleen ’s avonds), is haar misselijkheid snel verdwenen.

Zo rustig het bij ons verloopt, zo onrustig is het bij Raven. Via via krijg ik een bericht dat Raven is weggelopen. Liefdesverdriet… Het duurt even voor dit tot me doordringt: hebben Saarlozen last van liefdesverdriet? Na contact met de thuisbasis van Raven blijkt dit inderdaad het geval. Sinds het vertrek van Souris eet Raven slecht, is hij constant aan het heen en weer lopen, kan hij geen rust vinden en scant hij de horizon af, starend in de verte, op zoek naar zijn vriendin. Gaten graven onder het hek door lijkt een nieuwe hobby. En ja, hij is ook al een keer verdwenen, terwijl hij nog nooit eerder is weggelopen. Kilometers van huis gevonden… Hij moet echt in de gaten gehouden worden. Contact met diverse ervaren fokkers leert dat Raven niet de eerste is die met liefdesverdriet thuis zit. En dat dit maar twee weken duurt… De fokker van Raven zegt ‘Hij is nu volwassen en heeft gedekt. Hij is man geworden’. Ik kan er niets aan doen, maar Rob de Nijs zingt door mijn hoofd:

we liepen samen
verder langs het strand
en als een jongen pakte ik je hand
maar als een man zag ik de zon weer opgaan
en het werd zomer